Home soon
Zo. Het zit er bijna op. Klaar om naar de luchthaven te vertrekken. Shampoo en douchegel tot de laatste druppel opgebruikt, Belgische kledij weer bovengehaald, de rest er weer netjes ingestampt, en voor de zoveelste keer gecontroleerd of ik het document voor de Braziliaanse douane nog bij me heb. Wat ben ik soms toch een freak op dat vlak. Maar zonder dat papiertje geraak ik het land nu eenmaal niet uit.
Mijn rugzak is dus 'gemaakt'. Niet dat die kapot was. Ik wel een beetje. Maar we hebben straks ruimschoots de tijd om te bekomen op de vlieger.
Zoals de traditie het wil, weer veel te vroeg vertrekkensklaar. Je zou haast denken dat ik niet rap genoeg thuis kan zijn. Mja...
Er valt hier vandaag toch niet veel meer te beleven. Ook hier herdenken vandaag de levenden de doden. En dat doen ze in elk geval niet in de straten van São Paulo, want ook hier lijkt alles en iedereen morsdood.
Deze morgen mij nog een laatste keer tegoed gedaan aan een lekker, uitgebreid en gezond ontbijt. De volgende menu zal toch maar vliegtuigeten zijn. Plastieken eten in plastieken bakskes dus. Niet goed voor het milieu, en voor mijn appetijt nog minder.
Ik zal mijn dagelijkse portie aan verse vruchtensapjes, papaya's, ananassen en watermeloenen in elk geval missen. Het worden weer saaie appels en saaie peren. Zelfs de bananen zijn hier maar half zo krom.
Ten slotte, om het af te leren, en omdat een mens ooit wel eens uitverteld geraakt, nog wat wist-je-datjes die ik in de loop der weken wat vergaard heb:
- na een marathonstaking van zo'n 3 weken lijken de bankbedienden weer aan de slag te zijn. Hun eis: loonsverhoging. En dat terwijl ze al die tijd het geld zomaar voor het grabbelen hadden.
- onze 'flipflops' heten hier Havaianas. Klinkt een tikkeltje exotischer, maar voor de rest blijft het resultaat hetzelfde: na 3 weken hierop rondgetjaffeld te hebben heeft de zon een mooi V-motiefje achtergelaten op mijn beider voeten.
- aan eetgelegenheden hier geen gebrek. Naast de gekende buffetten (eten zoveel je wil of kan), is hier voor de kleinere eter het systeem 'per kilo'. Je vult je bord zo veel of zo weinig je zelf wil, bord wordt vervolgens gewogen en je betaalt dus enkel het gewicht dat op je bord ligt. Ideaal voor kleine vogeltjes als ik. Ik krijg soms nog nét geen geld toe.
- Op openbare plaatsen hangen aan muur of plafond - ter afkoeling - vaak van die ventilatoren die bovendien ook nog eens water verstuiven. Vind ik niet leuk. Ik loop niet graag met een kroezelkopke rond.
- de wortelcake hier is méga-lekker. En moet dan ook wel méga-gezond zijn. Met al die groentjes enzo... Mijn eerstvolgende gasten krijgen alvast caipirinha als aperitief en wortelcake als dessert. Of de hoofdschotel dan weer feijoada (een brouwsel van bonen en allerhande vlees) zal worden, daar ben ik nog niet uit. Veel zal afhangen van wie die gasten precies zijn, en hoeveel compassie ik ermee zal hebben.
- de Braziliaanse muntstukken lijken hier verdacht veel op de Belgische. Dus alle klutters die ik toch weer aan alle kanten zal terugvinden in mijn kleren, geraak ik wel kwijt in België. Benieuwd wie het meest alert zal zijn: de Lidl, de Aldi of de Carrefour.
- en ten slotte: gisteren, de laatste dag, ook wel gekend als de traditionele souvenir-jacht-dag, vrijwel alleen maar regen in mijn nek gekregen. Warme regen weliswaar, maar je wordt er niet minder nat van. Op zich geen drama-drama. De vraag is alleen hoe fel de souvenir-industrie daaronder te lijden heeft gehad: zwaar, matig, of niet. Nu we het toch over drama's hadden :D
Zo. Nu ben ik écht wel uitverteld. Dank aan allen om deze reis met me mee te beleven. Het dromen van de volgende bestemming kan alvast beginnen. Waar dat ook moge zijn.
Eerstdaags volgt nog een laatste all-round-fotoreeks, en dan val ik u blogsgewijs niet meer lastig. Ik druk jullie liever eens in real-life tegen mijnen gilet. Als 't nie geeft.
Tot in den Belgique dan maar. Het land waar het bij wet verboden is mekaar te begroeten op straat, waar je braafjes moet wachten aan de verkeerslichten tot die op groen springen, en waar je in de trein, bus of winkel verplicht naar je GSM moet staren in plaats van een vriendelijk woord te wisselen met je medemens. Vergeef me als ik zo af en toe vierkant mijn voeten veeg aan al die Belgische regeltjes en gewoontes. Ik word er soms zo helegans kierewiet van.
Tchau tchau, obrigada, beijos, en abraços. De hele reutemeteut krijgen jullie er nog een laatste keer bovenop. Of het nu bij wet verboden is of niet.
S xxx
Helemaal in de wolken
U heeft het ongetwijfeld allemaal al eens meegemaakt: op een doordeweekse morgen word je wakker met een ietwat vaag en onbestemd gevoel. Een gevoel dat het een bijzondere dag zal worden, maar je kan je niet meteen meer herinneren, noch precies thuis plaatsen waarom. Je hersenen zijn nog volop aan het ontwaken en moeten nog wat wennen aan de nieuwe dag. Dus sijpelt de informatie maar met mondjesmaat binnen. En dan plots... Plots weet je het weer: vandaag is de dag dat je HEM zal ontmoeten.
Hij woont daar boven op een berg. Moederziel alleen. Maar aan bezoek ontbreekt het Hem niet. Te voet er naar toe is geen optie. Met de bus dan weer wel. Maar gezien het bussensysteem in Rio de Janeiro, met z'n 831 verschillende buslijnen, hier een doolhof en kluwen tegelijkertijd is, heb ik er thuis al eens flink mijn tanden in gezet. Ik ben best tevreden over mijn huiswerk. Althans, toch voor even. Want met de Olympische Spelen in het vooruitzicht wordt hier volop aan nieuwe metro's, buslijnen en dies meer getimmerd. Dus smijten ze al wat de naam 'openbaar vervoer' waardig is zo af en toe eens flink door mekaar. Kwestie van het wat spannend te houden. Byebye voorbereidselen. De vuilbak in ermee. Internet is in congé vandaag, dus wordt het plan C: mijn beste Portugees bovenhalen. Ik weet niet wát ik misschien wel heb gevraagd, maar in elk geval: vier verschillende mensen raden me maar liefst evenveel verschillende bussen aan. Hupsakee! We zijn weer even ver. En verder dan een bushalte is dit dus nog niet.
Plots krijg ik iemand in het vizier. Zo eentje van het type witte sokken in de sportschoenen, polo T-shirt in de short en veel te opvallende camera. Mijn intuïtie zegt me hem te volgen. Mijn plan werkt. Ik kom terecht waar ik wou zijn: bij HEM.
Nog even een treintje nemen dat me nog dichter bij mijn uiteindelijk doel moet brengen. Naarmate we de berg bestijgen lijkt het weer roet in het eten te gooien. Woeste wolken en mist worden door de coupé gejaagd waarvan de ramen aan beide kanten openstaan. O jee. Hij zal toch niet al te veel 'in de wolken zijn' met mijn komst?
En dan sta ik daar uiteindelijk toch, aan de voeten van de Almachtige Man met de immer wijd opengespreide armen, CRISTO REDENTOR. Één van de 7 wereldwonderen, zowaar. Niet dat ik veel wakker lig van welke 'heilige' dan ook. Het is me vooral om dat laatste te doen. A ja.
Ik zie geen meter voor mijn voeten, en kan me amper rechthouden door de strakke wind die over de berg jaagt. Slechts heel af en toe kan ik zijn contouren ontwaren. De foto's hebben ongewild een 'special effect': een mysterieuze spookachtige verschijning, gehuld in een sluier van mist. Apart. Dat in elk geval. Al weet ik niet precies of ik nu blij of ontgoocheld moet zijn. Een beetje van allebei dan maar?
Ik haal prompt mijn Bucket-lijstje boven en doorstreep zijn naam. In potlood welteverstaan. Ik heb het gevoel dat mijn missie maar half geslaagd is. Want die missie is: ooit alle 7 wereldwonderen te bezoeken. En het lijkt misschien alsof ik de halve wereld al heb afgereisd, maar wat de wereldwonderen betreft zit ik - naast het Mexicaanse Chitzén Itzá en de Indische Taj Mahal - nog maar aan 3. Allez, aan 2 en 1/2 eigenlijk na vandaag. Op die manier blijven we nog wel een tijdje bezig...
En voor de rest, Rio de Janeiro in een notendop: een hotelkamer hoef je er in principe niet te boeken. Weggesmeten geld. Want Rio is wakker. Klaarwakker. Dag en nacht. De klok rond. En ik dus ook. Een ware uitputtingsslag waren de voorbije 3 dagen. Alsof je 's nachts midden op de festivalweide van Werchter ligt te slapen, en daarbovenop de auto's, camions, bussen en taxi's dwars door je slaapkamer rijden. Zesde verdieping of niet.
Maar het strand van Copacabana is dan weer hemels. Een tikkeltje bounty-achtig zelfs. En het zand tussen de tenen voelt heerlijk warm aan. En het water? Geen idee. Ik ben misschien een Waterman, maar nog steeds geen waterrat. Maar wat vooral mijn grootste zorg was: gaat dat duizelingwekkende azuurblauwe water niet afgeven op mijn badpak? Jamaarja...
Maar intussen is ook het hoofdstuk Rio de Janeiro afgesloten. Jammer, dat in elk geval. Ik had er zó graag nog wat langer gebleven. Maar stilstaan is achteruit gaan. En vliegers vliegen nu eenmaal vooruit. Ook deze naar São Paulo, mijn laatste (Braziliaanse) bestemming. Hier zal ik mijn laatste uren slijten. En die laatste dagen en uren mogen er wat mij betreft liefst vanal uitzien zoals de allereerste: van het prille begin tot het bittere einde Genieten. Met ferme hoofdletter dan nog wel. Want een cirkel dient nu eenmaal rond te zijn...
Amen. :D
Beijos,
San
Curitiba op zijn Belgisch
Het blijft toch keer op keer weer een spannende bedoening, zo aan die bagageband in de luchthaven. Tientallen ogen die gericht zijn op het mysterieuze donkere gat dat de valiezen met de regelmaat van de klok als het ware op de band perst, alsof er keer op keer een nieuwe geboorte plaats vindt. Hier en daar hoor je dan ook een vreugdekreet van opluchting. Kleine vreugdedansjes zelfs, van zodra de lang verwachte valies in iemands armen kan gesloten worden. Naarmate de tijd verstrijkt en het aantal aan passerende valiezen steeds schaarser wordt, hier en daar ook wat vertwijfelde, soms zelfs wanhopige blikken. Bij de backpackers in het bijzonder. Want om het extra spannend te maken worden rugzakken hier steevast nog eens in een verschrikkelijk grote plastiekzak gestoken, waardoor alles zo verschrikkelijk hetzelfde lijkt. Behalve mijn hondstrouwe oranje exemplaar. A ja. In welke groezelige zak ze die ook proberen te camoufleren, zelfs Stevie Wonder zou hem er nog 'blindelings' uitpikken.
"Spring op mijn rug, gij lekker ding. En laat ons de wijde wereld intrekken." En off we go. Zo onopvallend mogelijk de meute volgen richting uitgang, alsof ik nooit anders gedaan heb. Om maar niet ten prooie te vallen aan de hongerige blikken van taxichauffeurs, die wanhopige toeristen er zó uitpikken. Plots trekt iedereen zijn freins toe en begint angstvallig te grabbelen in zijn valies. Ik doe gewoon mee. Niet goed wetend naar wat ik precies aan het zoeken ben. Go with the flow dus. Plots zie ik truien, vesten en zelfs sjaals opduiken. Holy shit. Heb ik dat wel bij? Toch wel, maar was dat niet mijn heen-en-weer-Belgische-kleding?
Niet dus. We zijn in Curitiba gestrand. De gevreesde depressie heeft toegeslagen De weersdepressie, welteverstaan. Met 16 graden niks te warm en dreigende onweersbuien in de lucht. Maar bon, so be it. Eventjes niet zeulen met flessen water, tubes zonnecrème en zonnebril, zullen we dan maar denken. Alsof ik dat ooit als een last heb beschouwd. Maar wat lijkt alles hier grijs, kil en mistroostig. Inclusief al wie hier rondloopt. Wat een streepje zon - of het gebrek eraan - met een mens niet kan doen.
Vlug naar binnen, inchecken in het hotel. Djeezus zeg, welke zot heeft hier de ramen opengezet en de plafondventilator op volle speed doen draaien? UIT dat ding! Een eerste blik op het bed: een flinterdun lakentje en dito bedsprei. Chauffages moeten hier nog uitgevonden worden. Schier wanhopig richt ik mijn blik op de grote kleerkast en trek de deuren met bonzend hart open. Oef ! Kilo's aan dikke dekens lachen me toe. Hallelujah! Niets gebeurd.
En hou nu allemaal op met lachen, jullie. Vergeet niet dat ik op 1 dag tijd maar liefst 20 graden heb moeten inleveren. En jullie? Wat hebben jullie? Maar liefst 1 uur hebben jullie er bij gekregen het voorbije weekend. Enfin. Niet dat het ene ook maar iets heeft te maken met het andere, maar het klonk in mijn hoofd alvast verschrikkelijk spectaculair, en bovenal heel erg onrechtvaardig.
Maar als het goed is, mag het ook gezegd worden. Op een kille herfstachtige zondagnamiddag, springen we in België gewoon ergens een tea-room binnen, gulzig nippend aan een dampende kop warme chocolademelk. Hier niet. Hier toveren ze plots uit het niets (en voor niets) een hoop buikdanseressen tevoorschijn die het beste van zichzelf geven. Aan vetrolletjes geen gebrek, maar als warming-up kan dit ook best wel tellen. M.a.w. : When in Rome, do as the romans do.
Maar goed, niettemin ruilen we het donker en deprimerende hol Curitiba straks 'met graagte' in voor de voorlaatste bestemming: Rio de Janeiro, of all places. Benieuwd of ik straks in de luchthaven weer in mijn valies zal moeten graaien...
Tenslotte nog even dit: aan mijn trouwe 'volgers' die er de tijd voor nemen om op deze blog af en toe een reactie achter te laten: dankjewel. Jullie teken van leven wordt uitermate geapprecieerd!
Muito muito obrigada...
Abraço,
S xxx
De krinkelende winkelende waterdingetjes
Intussen heb ik al 6 van de 11 boarding passes verzameld. Mijn collectie dikt gestaag verder aan. Meer dan de helft dus. En dus ook al over de helft van mijn reis. Graag 1 minuut stilte, aub ...
60 seconden later...
Mijn geplande was en plas is helaas in het water gevallen wegens... geen water in het hotel. Morgenochtend, donderdag, zou het probleem verholpen moeten zijn. Ik ben benieuwd. Geen verkwikkende douche dus na een halve dag tjolen tussen 2 steden, 2 hotels en 3 luchthavens met vliegers, bussen en taxi's. Shit happens. Alhoewel. Liefst dat ook niet, gezien de WC doorspoelen dus ook uitgesloten is. Best ook niet al teveel drinken. Geen sinecure gezien de hittegolf hier in Foz do Iguazú, mijn nieuwe thuis voor de komende 3 dagen. Maar goed. Er zijn wel mensen die het langer dan een paar uur zonder drinkbaar water en sanitair moeten stellen. We will survive.
Ondertussen vraag ik mij af waar het kleine salamandertje is gebleven dat zopas boven de badkamerdeur zat. Hopelijk niet in de bagage gedoken... ?
De volgende morgen. Donderdag dus.
De waterproblemen zijn nog niet van de baan. De hoteleigenaar moet inventief zijn: alle deuren van alle vrije kamers worden opengesteld. Iedereen is vrij welke douche of toilet maar te gebruiken, met de hoop dat het laatste beetje water dat nog in de leidingen is overgebleven volstaat om nog 1 korte douche te nemen of het toilet nog 1 keer door te spoelen. We zijn vlug rond. Weliswaar weinig hotelgasten, maar ook weinig kamers in dit kleine hotelletje. Ik heb geluk: mijn 'ochtendritueel' tot een goed einde kunnen brengen. Vanavond zouden de problemen moeten verholpen zijn. Ik ben nogmaals benieuwd...
Netjes gedoucht 'en al' vertrek ik naar de wereldberoemde watervallen van Foz do Iguazú. De hoofdreden toch wel van mijn tripje naar hier. Weeral zo'n adembenemend staaltje van moeder natuur. En ook dit natuurfenomeen is op die beruchte lijst van UNESCO-Werelderfgoed beland. Ze zouden mooier en indrukwekkender zijn dan de Niagara-falls. Ik kan de vergelijking niet maken, maar geloof het graag. Ik kijk met enigszins jaloerse blik naar die massa aan wildstromend water. Lang geleden dat ik zoveel stromend water heb gezien, mijmer ik met enige weemoed. Hoe zou het intussen met Eduardo zijn buizen zijn? Althans, zo heet het hotel. En als dit nog niet zo was, vanaf nu de eigenaar dus ook.
Ik trek tientallen foto's, in de hoop dat er op z'n minst toch ééntje tussenzit waar zich niet één van die hatelijke selfie-stokken heeft tussengeboord. Wat een hoop ijdeltuiten zijn sommige mensen toch.
Terug naar Eduardo en z'n hotel. Er ligt een hoop aarde en stenen voor de deur. Die lagen er deze morgen niet. Veel mensen ook. Met stoere schoppen in de handen. En diezelfde handen dan weer in het haar. Die stonden er deze morgen ook niet.
Maar dit is Brazilië. No panico dus (maar dan in het portugees :D). Eduardo heeft - als ik dat wil - al een nieuw hotelletje voor me gevonden. Ja, ik wil. Het idee aan een koele douche doet me nu al hallucineren. Een upgrade, lekker centraler gelegen ook, maar aan 'zijn' prijs. Inclusief gratis verblijf van de nacht in zijn hotel. Daar kan ik me niet helemáál mee verzoenen. Tenslotte, ik heb me weer volgevreten aan de ontbijttafel en heb er mogelijks nog een nieuw huisdiertje, het salamandertje, bij gekregen. Maar Eduardo is onvermurwbaar en staat er zelfs op me persoonlijk naar het nieuwe hotel te brengen. En als het me niet bevalt zoekt hij gewoon verder. Voor de zoveelste keer op rij denk ik weer: dit hou je in België niet voor mogelijk...
En natuurlijk bevalt het me hier. Zopas al mijn kleren netjes gewassen. In de douche. Met een mini-stukje hotelzeep. Niet enkel Eduardo moet al eens inventief zijn. En nu alles netjes laten drogen. Strijken, daar doen we niet aan mee. Ik wil hier niet al teveel opvallen in de massa. Alhoewel, het 'publiek' lijkt hier wat minder authentiek dan dat van Salvador en Belo Horizonte. Het stadscentrum zelf ook. Zou eigenlijk eender welke netjes ongekuiste (Europese) stad kunnen zijn. Het mag er intussen wat meer 'Braziliaans' en dus wat nonchalanter aan toe gaan voor mij. Benieuwd wat Curitiba morgen, zaterdag, te bieden zal hebben. Alvast grilliger en koeler weer volgens de plaatselijke Sabine Haaghedooren. Ach, we zien wel. Wat ik gehad heb, kunnen ze me alvast niet meer afpakken.
Voilà. Er is er hier eentje uitverteld. Klaar voor een spiksplinternieuwe dag. En jullie? Klaar voor het weekend? Geniet er alvast van. U heeft het ongetwijfeld verdiend!
Beijos,
San xxx
Back to the future
"O Belo Horizonte, O gij Schoone Horizon, met je kleurrijke straatbeeld, je vriendelijke inwoners, je gezellige bedrijvigheid van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, je rustgevende Praça da Liberdade, je lekkere eetkraampjes... maar je véél te steile straten. Mijn kuiten doen toch zo'n zeer..."
Consternatie alom zondagmorgen toen bleek dat de wandeling naar de busterminal niet de gebruikelijke 10 minuten had geduurd, maar maar liefst exact 1 uur langer. Ontelbare klokken in de busterminal wezen precies 1 uur later aan dan mijn trouwe reiswekker. Qué pasa? Bleek dat het zomeruur had toegeslagen. Zomaar. Uit het niets. Al een geluk dus dat ik zondag geen vlieger moest halen. Enkel een bus. En daar waren er gelukkig voldoende van.
Wat wild gegoogel leerde dat dit fenomeen niet overal in Brazilië wordt toegepast. Het Salvador van Guido en Maria bijvoorbeeld blijkt op dit vlak wat 'tegentjok' te zijn.
Nog wat wilder gegoogel leerde dat al mijn toekomstige reisbestemmingen het zomeruur dan weer wél toepassen. Gelukkig maar. Ik vroeg me al af hoe vaak ik mijn klok nog zou moeten voor- of achteruit draaien, en hoe vaak ik ergens een uur te vroeg of te laat zou arriveren.
Bij deze is mijn avondklok op slag met een uur verlaat, wegens een uur later donker. Elk nadeel heb dus zijn voordeel. En als jullie, Belgen, nu binnenkort jullie klok ook nog eens een uur terugdraaien, dan schiet maar 3 uur tijdsverschil meer over van de oorspronkelijke 5.
Maar denk nu maar niet dat ik er bij mijn thuiskomst daardoor fris als een hoentje zal bijlopen, en me geen jetlag zal mogen verweten worden. O nee. Compassie gaan jullie hébben met mij!
Ouro Preto dus - ofte Zwart Goud. Een klein koloniaal stadje op zo'n 2 uur rijden van Belo Horizonte, gekend om zijn vele mijnen. Het is hier - althans 's morgens - ruw geschat zo'n 10 graden koeler (Ik neem nog nét niet de term koud in de mond). Mijn welverdiende straf wellicht om de draak te steken met het Belgische weer. Karma heeft zowaar toegeslagen.
Een warm bedje heb ik dan weer gevonden in Pousada Dona Denis. Een ieniemienie-bedje weliswaar in een al even ieniemienie-kamertje. Waar het aantal prisen en lichtschakelaars er in grotere getale aanwezig zijn dan het aantal vierkante meter van de kamer. En die bovendien nog allemaal eens groen reflecteren in het donker. Creepy. Mijn eigen ieniemienie-spookhuisje dus. En niet te vergeten: de aftandse frigo met bosmaaier-motor die zowat elke 5 minuten aan- en afslaat, en me dus zowat elke 5 minuten een mini-hartaanval bezorgt. Maar al deze muggezifterij verdwijnt dan weer in het niets bij het aanschouwen van het maxi-ontbijt. Ik ben dan ook de enige gast en wellicht wil de praatgrage Dona haar volledige weekrantsoen in 2 dagen aan me kwijt. Ik zal haar moeten teleurstellen. Trop is teveel en teveel is trop.
Het historisch centrum van Ouro Preto dan. Terecht opgenomen op de lijst van het UNESCO Werelderfgoed. Volgens mij is het zelfs opgenomen in het Guiness Book of Worldrecords als de stad met de steilste straten. Ik heb het gevoel dat ik de voorbije 2 dagen meer op handen en voeten heb rondgekropen dan dat ik rechtop heb gestaan. Want rechtop staan staat hier gelijk met voor- of achterover vallen. Al een geluk dat de dresscode hier T-shirt slash topje en short is. Mijn stevige kuiten zouden intussen al lang niet meer in mijn broekspijpen passen. Me dunkt :D
Minder stevig is dan weer de internetverbinding hier. Snel versturen maar die handel vooraleer karma opnieuw toeslaat en ik heel mijn zegske van nul af aan moet herdoen.
Beijos,
S
Op eigen benen
Deze morgen heb ik de deur van Salvador de Bahia achter me toegetrokken. Netjes terug afgeleverd in de luchthaven ook. Om maar met de woorden van Guido te zeggen: "Kwestie van zeker te zijn dat ge weg zijt". :D
In theorie zou dit betekenen dat ik nu in een andere bestemming zou moeten zijn. Maar hou je vast, want nu komt het: ook in de praktijk is dit zo. Oef dus. U kan weer met zijn allen rustig ademhalen :D
Belo Horizonte is de naam van die nieuwe bestemming. BH voor de vrienden. Maar veel heeft BH nog niet van zich prijs gegeven. Buiten een luchthaven, busterminal en hotelkamer is dit hier nog totaal onbekend terrein voor mij. U verneemt wel over enkele dagen wat deze schoonheid voor me in petto had.
Eventjes terug in de tijd naar mijn nieuwe liefde. Ook wel : Salvador de Bahia genaamd. Ze - althans, het móet gewoon een 'zij' zijn - heeft toch wel mijn hartje gestolen. En Guido en Maria al helemaal. Bij deze is de grootste onderscheiding van de vorige blog-editie spontaan geüpgraded naar eentje met 'cum laude'. Zo maken ze er geen 2. Althans, geen 3 in dit geval. Al mijn respect trouwens ook voor ACOPAMEC, de Belgisch-Braziliaanse organisatie zeg maar, waar Guido mede zijn schouders onder gezet heeft, met als hoofddoel straatkinderen op te vangen en ze de kans te geven via vormingen allerhande een diploma te behalen. En zo uiteindelijk en hopelijk ook van straat weg te blijven. Het bezoekje méér dan waard. U zoekt het maar eens op op 'tinternet'.
We zouden dus kunnen samenvatten dat de voorbije dagen een opeenvolging waren van indrukken opdoen. Om vervolgens diezelfde indrukken weer te verwerken. Of beter nog : door te spoelen. Met een lokaal biertje. Of een caipirinha. Of twee. Dat mag ook. Ik weet het, ik val in herhaling, maar laat mij nog heel even (na) genieten. Toch?
De voorbije 2 dagen gingen dan weer richting Praia do Forte, een voormalig vissersdorpje met in de buurt daarvan het gastenverblijf - HannsHof - van mijn gastgezin (ook nu: Googelen maar). Een beetje vakantie binnen mijn vakantie dus. Een klein (alhoewel! ) paradijs in the middle of nowhere. Waar je enkel vogeltjes hoort fluiten, en krekels 'krekelen', en bladeren ritselen. Of regen hoort sijpelen op diezelfde bladeren. Als die er al valt tenminste. Want vreemd genoeg gebeurt dit precies enkel 's nachts. Of 's avonds. Als je al lang veilig achter slot en grendel zit. Want dat is hier ook zo'n uniek fenomeen: je zal hier maar enkel een huis binnen geraken nadat je op z'n minst 2 of 3 mollesloten hebt geforceerd, 100 tralies hebt doorgezaagd en vervolgens de deur hebt ingebeukt met een stormram. Je zou haast vermoeden dat hier sprake kan zijn van enige vorm van criminaliteit... . Om klokslag 18u is het hier dan ook stikdonker. Een avondklok die ik mijn eigen voortaan dus ook braafjes opleg. Het is dus niet allemaal rozengeur en maneschijn in Brazilië.
Maar zonneschijn, die is er dan weer wel. En elke dag een graadje méér, lijkt me. Om maar te zeggen : er zit hier duidelijk een tevreden mens.
En om ook maar te zeggen: het moet niet overal een mistroostige regendag zijn met een armtierige 6 graden ... Onthou dus gewoon, gij dappere Belgen : na regen komt zonneschijn. En misschien ook wel ... elke dag een graadje méér?
Salvador de Bahia
Grote onderscheiding voor de NMBS en Air Europa die me zonder noemenswaardige vertragingen op mijn eindbestemming hebben gebracht. Allez bon. Eindbestemming... Eigenlijk moet alles nog goed en wel beginnen. Vooraleer u denkt dat ik nu al aan het aftellen ben.
Al is de grootste onderscheiding en dito eer toch wel weggelegd voor Guido en Maria. Na een warme verwelkoming op de luchthaven volgde er een al minstens even warm nest. Mijn tijdelijke nieuwe thuis voor de eerstvolgende dagen, zeg maar. En daar zitten uiteraard niet enkel die héérlijke 30 - JIEHA ! - graden voor tussen. Al kan, na die eeuwig hatelijke aircoluchthavens en -vliegers, eender welke portie van warmte er wel in bij mij. Of het nu letterlijk is, dan wel figuurlijk. Eens een kouw puitje, altijd wel een kouw puitje.
Maar goed, intussen zijn we helemaal opgewarmd, zijn we ook een paar nachten, evenveel vluchten en een veelvoud aan caipirinhas later. U weet wel: de Braziliaanse versie van de Cubaanse mojito - alleen mogelijks nóg véél lekkerder-der. Al zal een Braziliaan wellicht oordelen dat de mojito dan weer de Cubaanse versie is van de caipirinha. En gelijk hebben ze. 't Is misschien enkel een kwestie van nuance, maar ik sta momenteel in het kamp van de Brazilianen. Want eerlijk? U vindt onze Belgische frieten toch ook veel lekkerder-der dan de french fries? Wat u dan weer van het 'french kissing' vindt, zullen we maar even in het midden laten.
Maar goed, we wijken af. Voorlopig geen frieten met tartaar voor mij (die hebben ze hier volgens de laatste geruchten toch niet), maar wel veel en eindeloos lekker fruit. Met namen die me al lang weer ontgaan zijn. En andere 'sexy gerechjes' met ingrediënten die me totaal onbekend zijn. Zoals vandaag in de favela bijvoorbeeld. De gastvrijheid van de Braziliaan kent duidelijk geen grenzen. Zoveel is duidelijk. Je geraakt niet eerder ergens buiten vooraleer je hun - ik schat - 35gangen-menu (er kwam maar geen einde aan) met succes naar binnen hebt gewerkt om vervolgens van kop tot teen en totaal verzadigd terug naar buiten te rollen. Op eigen kracht voort bewegen was dan al lang geen optie meer. En ik was uitgerekend nog maar nét recht geklauterd na een schier-decadent en mega-uitgebreid ontbijt.
Maar als u denkt dat het leven van een Salvadoriaan zich enkel afspeelt in en rond de keuken, en de liefde van de man of vrouw enkel door de maag gaat, dan schiet u de bal helegans mis.
Diep van binnen schuilt er in hen een ongelooflijke romantische ziel. Getuige de zonsondergang die hier 'en masse' en door jong en oud samen beleefd en op applaus onthaald wordt. Zoiets is in België ondenkbaar. Ik kan nu al voorspellen dat ik mij bij mijn thuiskomst weer eindeloos zal ergeren aan de ijskoele-belgenmentaliteit. Maar da's nog niet meteen voor subiet. Noch dat ergeren, noch die belgen.